Gruwelhotel
NBD/Biblion
Wanneer de moeder van Mark, Vera en de autistische Frederik hotel Zeelust van een tante erft, hoopt de familie op deze locatie een geweldige paasvakantie te vieren. Dan blijkt dat het hotel een gruwelijke geschiedenis kent. Frederik geeft de eerste signalen af dat dit hotel niet pluis is. Mark en Vera raken ook in de ban, maar probeer je ouders maar eens te overtuigen van een behekst hotel. Het verhaal zit goed doordacht en logisch in elkaar. Halverwege komen de gebruikelijke ingredienten als geesten, bloed, vliegende voorwerpen en enge ruimtes in het verhaal. Het taalgebruik is alledaags, met een overzichtelijke zinsbouw met af en toe een moeilijk woord. Er is een geslaagde mix tussen de realiteit en het griezelen. Elk van de achttien hoofdstukken begint met een zwart-witillustratie. Het omslag toont een tekening van het hotel. Overzichtelijke bladspiegel met veel wit aan de boven- en onderkant, in ruime interlinie gezet. Voor liefhebbers van het griezelgenre een prima verhaal. De auteur schreef meer griezelboeken. Ook geschikt voor lezers met minder leeservaring in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Vanaf ca. 11 jaar.
NBD/Biblion
6/5/2015
De Leeswelp
De 12-jarige Mark beschikt over een levendige fantasie, in tegenstelling tot zijn autistische broer Frederik. Wanneer de moeder van Mark na de dood van een tante een prachtig oud hotel aan de kust erft, gaat het hele gezin er de Paasvakantie doorbrengen. Dit is echter sterk tegen de zin van Frederik, en het duurt niet lang vooraleer Mark ontdekt dat dit niet te wijten is aan zijn gebrek aan flexibiliteit. Er gebeuren vreemde, griezelige en gruwelijke dingen. De twee broers blijken over een gave te beschikken, waardoor ze dingen zien die hun ouders en oudere zus aanvankelijk niet waarnemen. Welk vreselijk geheim verbergt het oude hotel Zeerust? Welke gebeurtenissen vonden er ooit plaats waardoor niemand uit de buurt er een voet wil binnenzetten?
Het minste wat je kan zeggen, is dat Johan Vandevelde zich grondig heeft gedocumenteerd over autisme-spectrumstoornissen en over het taalgebruik en de gewoontes van hedendaagse jongeren. Die verwoordt hij dan ook in een levensechte schrijfstijl. Jongeren zoals die in dit boek loop je dagelijks tegen het lijf, inclusief Frederik, voor wiens stoornis in dit boek het nodige begrip wordt opgewekt. Zijn andere manier van kijken en denken verleent het verhaal een extra dimensie.
Marjolein Hund leverde met de weinig aantrekkelijke tekening op de omslag wèl een toepasselijke illustratie af. De art-nouveaudecoratie geeft de lezer immers een idee van de beschreven bouwstijl. Het bloed, de rondvliegende meubelstukken en het angstige gezicht in de weerspiegeling van het mes wijzen op de te verwachten gruwel. De tekeningen binnenin vergroten het onbehagen bij de lezer.
De aangekondigde spanning en de gruwel grijpen je vanaf hoofdstuk één al meteen bij de keel, hoewel de griezel aanvankelijk slechts een flauwe grap lijkt te zijn. De jonge lezer is echter meteen gewaarschuwd dat dit geen boek voor doetjes is. De spanningsboog gaat dan opnieuw zachtjes in stijgende lijn tot en met het bloedstollende einde. Het verhaal rammelt maar één keer, en dan nog maar een klein beetje. Wanneer de kinderen de geschiedenis van het hotel ontdekken, rolt de te volgen weg als een boodschappenlijstje uit Marks mond. Nogal ongeloofwaardig, zelfs in een boek over spookhuizen en geesten.
Toch is dit boek een echte pageturner. De realistische schrijfstijl bij allesbehalve realistische gebeurtenissen verhoogt de betrokkenheid van de lezer. Dat gaat zeker op voor de doelgroep, die zelf nog zwalpt tussen fantasie en realiteit. Waarom heten de hoofdpersonen echter Mark en Vera? Zouden in de hedendaagse context pakweg Elien en Thomas niet toepasselijker geweest zijn?
Els Castelein
31/12/2010
Vlabin-VBC ‘De Leeswelp’
Pluizuit
Wanneer de moeder van Mark, Vera en Frederik na de dood van een nare tante een prachtig oud hotel aan de kust erft, gaat het hele gezin er meteen naartoe om er de paasvakantie door te brengen. Maar de autistische Frederik gedraagt zich ineens heel vreemd en het lijkt alsof hij dingen ziet die de anderen niet kunnen zien. Mark ontdekt dat een en ander niet pluis is in het hotel. Als Mark en Vera erachter komen welk geheim er schuilgaat achter de honderd jaar oude muren van het hotel, verandert hun vakantie in een ware nachtmerrie.
Voor liefhebbers van een lekker spannend griezelverhaal is dit geknipte lectuur. Het verhaal is chronologisch opgebouwd en de spanning wordt stelselmatig verhoogd. Het begint al dadelijk op de eerste bladzijden als Mark zijn boekentas zoekt in de kelder van zijn school.
Mark is het hoofdpersonage. Hij is niet echt moedig maar zou alles doen voor zijn jongere broer Fré. Hij wordt nogal gepest op school en kan daar weinig tegenoverstellen omdat hij snel bang is. Tijdens hun verblijf in het hotel wordt hij wel veel moediger.
Frederik is een erg interessant personage. Hij is autistisch en leeft in zijn eigen afgesloten wereldje. Hij heeft enkele bijzondere eigenschappen: hij onthoudt dingen bijzonder visueel en kan die achteraf minutieus natekenen. Ook ‘ziet’ hij anders dan de anderen en neemt hij de geesten die in het hotel ronddwalen veel scherper en echter waar dan Mark of de anderen.
Het verhaal komt erg realistisch over en heeft een behoorlijke vaart. De ‘griezelige’ en soms ‘bloederige’ passages worden afgewisseld met enkele ‘rustmomenten’ waarop de lezer wat kan ‘bekomen’ van alle spanning.
Heerlijk leesvoer voor echte griezelfanaten!
Pol Van Damme
05/2009
www.pluizuit.be
NBD/Biblion
Wanneer de moeder van Mark, Vera en de autistische Frederik hotel Zeelust van een tante erft, hoopt de familie op deze locatie een geweldige paasvakantie te vieren. Dan blijkt dat het hotel een gruwelijke geschiedenis kent. Frederik geeft de eerste signalen af dat dit hotel niet pluis is.
Mark en Vera raken ook in de ban, maar probeer je ouders maar eens te overtuigen van een behekst hotel. Het verhaal zit goed doordacht en logisch in elkaar. Halverwege komen de gebruikelijke ingrediënten als geesten, bloed, vliegende voorwerpen en enge ruimtes in het verhaal. Taalgebruik is alledaags, overzichtelijke zinsbouw met af en toe een moeilijk woord.
Er is een geslaagde mix tussen de realiteit en het griezelen. Elk van de achttien hoofdstukken begint met een zwart-witillustratie. Het boek toont één tekening van het hotel. Overzichtelijke bladspiegel met veel wit aan de boven- en onderkant, in ruime interlinie gezet. Voor liefhebbers van het griezelgenre een prima verhaal.
De auteur schreef in dit genre eerder het Bibberboek ‘Toxine’*. Ook geschikt voor lezers met minder leeservaring in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Vanaf ca. 11 jaar.
Ton Jansen
NBD/Biblion