Een bijzonder goede leerling is het jongetje op de zwart-wit foto nooit geweest.
Hij is een dromer en kijkt veel liever naar de fantastische figuren
die de wolken voor hem maken hoog in de lucht, dan naar de stoffige
woorden op het bord. Wanneer de juf of meester dan plots zijn naam
roept, valt hij uit zijn wolkenwereld en moet hij het antwoord op
de vraag natuurlijk schuldig blijven. In elk rapport staat telkens
weer dat Johan beter moet opletten, dat hij beter kan als hij niet
altijd zit te dromen. Voor één vak zijn de punten ronduit
rampzalig: wiskunde. Wat haat Johan dat vak! Zelfs als hij niet zit
te dromen, kan hij er geen touw aan vastknopen. Hij moet zelfs bijlessen
nemen, maar die helpen voor geen meter. In het middelbaar gaat het
van kwaad naar erger, wanneer hij algebra en vergelijkingen moet oplossen.
Rekenen met letters! Je zou haast gaan denken dat de volwassenen die
dingen speciaal uitvinden om kinderen het leven zuur te maken. In
haast elk rapport staat er dan ook een rood cijfer voor wiskunde.
Zelfs op grote examens waar hij keihard voor studeert haalt Johan
dikke onvoldoendes. Het wordt zo erg dat de school hem op zijn veertiende
voor de keuze plaatst: ofwel het derde middelbaar overzitten, ofwel
in het vierde jaar een richting kiezen zonder wiskunde. Die bestaat
gelukkig en het is een richting waar je veel geschiedenis, aardrijkskunde
en talen krijgt. Bovendien is hij de enige leerling in deze richting.
Natuurlijk krijgt hij de meeste lessen samen met de andere richtingen,
maar voor twee vakken zit hij helemaal alleen in de klas. Afkijken
bij de examens is er voor deze vakken dus niet bij.
Het strafschrijven komt tot een einde wanneer Johan naar de universiteit gaat. Daar wordt geen straf meer geschreven en dus moet er een andere uitweg gezocht worden om de woorden in zijn hoofd te doen leven.
Wanneer hij zijn studies aanvat op de filmschool RITS in Brussel hoort hij voor het eerst van het vak scenarist. Het is een droomberoep, want het is een combinatie van zijn twee grote liefdes: film en schrijven.
Ergens in 1995 krijgt de jonge filmstudent een visioen
in zijn hoofd: een film over een jongen die met een tijdmachine uit de
toekomst in onze tijd terecht komt. In een paar maanden tijd schrijft
hij een redelijk houterig scenario bij elkaar en de mensen aan wie hij
het laat lezen vinden dat hij talent heeft. Hij besteedt fortuinen aan
postzegels om zijn 'papieren speelfilm' naar Amerika en Engeland te sturen,
maar telkens krijgt hij hetzelfde berichtje terug: "Het spijt ons, maar uw scenario is niet echt wat we zoeken."
Eén van de leraars van het RITS vindt het scenario zo knap geschreven dat ze zijn naam aan
het productiehuis MMG
doorgeeft, de makers van Windkracht 10.
In de zomer van 1997 mag Johan, samen met een hoop anderen, een proefscenario
schrijven voor een nieuwe televisiereeks, die "Tracks" (Sporen)
zou heten en over de spoorwegpolitie zou gaan.
Samen met twee andere scenaristen wordt hij geselecteerd om mee te werken
aan de nieuwe reeks. In afwachting kan hij samen met de twee anderen zijn
creativiteit al kwijt in de nieuwe "Windkracht 10" strips, die echter
op een flop uitdraaien.
Omdat er over de spoorwegpolitie nu eenmaal weinig te vertellen valt, wordt uiteindelijk besloten om van Tracks een politieserie te maken, die Flikken gedoopt wordt. Maar voordat de reeks kan geschreven worden, moeten er eerst verhalen gezocht worden. Die haal je natuurlijk bij de politie zelf. Het wordt een drukke tijd, die voor het grootste deel besteed wordt op het politiebureau en samen met de agenten op de straat. Best wel spannend om in levende lijven te zien hoe de 'flikken' op grote fuiven drugdealers bij de lurven vatten. Het wordt ook even gevaarlijk wanneer er na de voetbalmatch AA Gent - Anderlecht relletjes uitbreken. Dat zijn niettemin ervaringen die heel goed van pas komen voor een schrijver.
Na de 'research'
fase, is het tijd om achter het toetsenbord te kruipen. Iedere scenarist
krijgt een paar afleveringen toegewezen en kan aan de slag. Omdat
er bij een televisieproductie ontzettend veel geld gemoeid is en alles
heel snel moet gaan, moet een scenarist ook kunnen werken onder deadlines.
Hij krijgt hierbij een datum opgelegd, waartegen het scenario af moet
zijn en mag die datum niet overschrijden. En daar wringt voor Johan
juist het schoentje. Onze beginnende scenarist ontdekt dat een goed
verhaal tijd nodig heeft om te rijpen en dat gaat niet als je het
in 14 dagen klaar moet hebben. Bovendien heeft hij ook steeds minder
tijd om met zijn eigen verhalen bezig te zijn. Ondertussen heeft Johan
ook wel geleerd dat het verkopen van een filmscenario moeilijker is
dan hij aanvankelijk dacht. Jammer, want zijn spannende tijdmachineverhaal
ligt onderin de kast stof te verzamelen. Wat als hij nu eens iets
nieuws probeerde? Als kind had hij altijd veel boeken gelezen en hij
weet hoe een goed verhaal in elkaar zit.
En dus begint Johan eind 1998 aan wat hij onbewust altijd al had willen
doen. In een viertal maanden tijd maakt hij van zijn filmscenario
een spannend jeugdboek. In april 1999 rolt de uiteindelijke versie
van Vlucht door de Tijdspoort uit de printer. Aarzelend stuurt
Johan zijn manuscript op naar een paar uitgeverijen en nog geen week
later krijgt hij telefoon van Clavis. Die willen het meteen uitgeven.
De titel wordt ingekort naar De
Tijdspoort. Het boek verschijnt een jaar later, in april
2000 en markeert meteen ook de start van Johans carrière als
jeugdauteur. Vooral de positieve reacties van lezers en de bekroning
van het boek door de Limburgse kinder- en jeugdjury in 2002 zetten
hem aan om verder jeugdboeken te blijven schrijven.